Blijven steken in Bangla Desh...
Stel, na jarenlange voorbereiding begin je in een ver land aan een fietstocht naar Nederland, bijna 14.000 kilometer verderop. Een aantal lezers van "De Wereldfietser" zal dit vast bekend in de oren klinken. Tijdens de rit bezoek je her en der projecten van een organisatie waarvoor je geld bij elkaar rijdt; ook hiervan heb je vast vaker gehoord. Maar ken je iemand die na zo'n tocht besluit om terug te gaan naar een van de bezochte plaatsen om er - geheel op eigen houtje - een hulpproject op te zetten? Wat bezielt zo iemand, het is toch veel leuker om de rest van de wereld per fiets te verkennen?
"De Wereldfietser" besloot eens te gaan praten met Antoinette Termoshuizen. Van juli 1992 tot september 1993 fietste ze samen met Trudy van der Schans van Indonesië naar Nederland voor het Lilianefonds, een Nederlandse organisatie die persoonsgerichte hulp geeft aan kinderen met een handicap in onwikkelingslanden.
"In Dhaka, de
hoofdstad van Bangla Desh, probeerden we een visum te krijgen
voor India", begint Antoinette haar verhaal. "Dat kon,
maar we moesten er wel een week op wachten. Daarom besloten we
maar eens een kijkje te gaan nemen bij een project in Falsathia
in het district Manikganj, zo'n tachtig kilometer ten westen van
Dhaka. We waren in Indonesië en Thailand al bij meer projecten
op bezoek geweest, dus we verwachtten net zoiets als we al eerder
waren tegengekomen. Maar in plaats van een centrum met allerlei
voorzieningen als op de andere plaatsen die we bezochten, was er
alleen maar een kantoortje van golfplaten, verder niks."
Antoinette - die in het dagelijks leven met verstandelijk
gehandicapte kinderen werkt - en Trudy - die in de verpleging zit
- waren vooral getroffen door de levensomstandigheden van de
lichamelijk en verstandelijk gehandicapte kinderen in het dorp.
Ze bezochten de kinderen die met geld van het Lilianefonds
geholpen waren en een aantal die dat jaar geholpen zouden worden.
Antoinette: "Er was een vier jaar oud kind bij dat verlamd
was en een paar weken fysiotherapie had gekregen. Helaas had dat
niet het gewenste resultaat gehad, met als gevolg dat het kind
als het ware was 'afgeschreven'. Meestal lag het gewoon in het
ouderlijk hutje op de grond. Met een aangepaste stoel zou het
buiten kunnen zitten en zou de moeder de handen vrij hebben om te
werken. We hebben toen via het Lilianefonds in Nederland een
tekening gekregen van een dergelijke stoel, die op de Filippijnen
was ontworpen. In een naburig dorp is die stoel toen
gemaakt."
Zodra men in het dorp in
de gaten kreeg dat de buitenlandse bezoekers meer deden dan
alleen maar een kijkje komen nemen, kwamen er mensen om raad
vragen. Vooral veel gevallen van polio en spastische kinderen.
"Dat was best wel een beetje eng. Men dacht dat we overal
van af wisten en wel even een oplossing zouden bedenken, wat
natuurlijk absoluut niet zo is. Maar sommige problemen waren
gemakkelijk te onderkennen. Zo was er een kind van drie met
polio. Er werd niet zo'n probleem van gemaakt, omdat het niet zo
erg was als van andere, oudere kinderen. Maar als je er in een
vroeg stadium bij bent en de juiste hulp biedt, dan kun je juist
erger voorkomen. Met relatief kleine maatregelen, voorlichting
aan de ouders en wat aandacht kan de meeste gehandicapte kinderen
een veel menswaardiger bestaan worden geboden."
Antoinette en Trudy waren zo onder de indruk van wat ze in
Falsathia aantroffen, dat ze na een week in Dhaka hun visa
ophaalden en meteen weer terug gingen. "Toen hebben we
serieus overwogen de hele reis maar op te geven. We hebben er een
avond over zitten praten en uiteindelijk besloten toch verder te
gaan. We wilden weten of we verderop meer van dit soort situaties
zouden aantreffen. Bovendien moesten we onze verplichting aan het
Lilianefonds nakomen, vonden we." En dus werd de tocht
voortgezet. Onderweg kwamen ze inderdaad vergelijkbare toestanden
tegen, soms nog veel schrijnender dan in Bangla Desh.
Weer terug in Nederland
gingen zowel Antoinette als Trudy weer aan het werk. Er werden
plannen gemaakt voor nog een lange fietstocht, naar Afrika of
Zuid-Amerika ditmaal. Maar Bangla Desh verdween - met name bij
Antoinette - niet uit het zicht; integendeel. Er was ook twijfel:
klopte het beeld dat zich in de herinnering had vastgezet nog
wel? Zou men haar hulp accepteren? Zou ze het wel aankunnen?
Uiteindelijk besloot Antoinette terug te gaan om aan alle twijfel
een eind te maken. "In juli en augustus ben ik samen met een
collega een maand terug geweest naar Falsathia. Na de eerste twee
weken had ik voor mezelf besloten: ik zou hier niet mee verder
gaan. Maar in de derde week veranderde dat. Met name twee van de
kinderen, Sayed en Helena, gaven de doorslag. Toen we er in 1993
waren had Helena, die aan polio lijdt, beugels om mee te leren
lopen. Ze had inderdaad leren lopen, maar was sindsdien door
ondervoeding zo apathisch geworden dat het leek alsof ze diep
zwakzinnig was. Sayed is spastisch, hij zou dagelijks
fysiotherapie moeten krijgen. Maar met slechts 25
fysiotherapeuten in het hele land kan hij het wel vergeten."
Momenteel is Antoinette bezig met de noodzakelijke
voorbereidingen: het uitwerken van plannen en het zoeken naar
fondsen voor het project in Bangla Desh. "Het plan bestaat
uit vier onderdelen: Ten eerste het opzetten van een daycare
centrum voor de verstandelijk gehandicapte kinderen en een
fysiotherapieruimte voor de lichamelijk gehandicapte kinderen.
Ten tweede het geven van voorlichting aan de ouders van
verstandelijk gehandicapte kinderen. Ten derde het geven van
training in zelfredzaamheid. Als de kinderen op hun eigen niveau
een aantal taken leren, kunnen ze in het gezin een min of meer
nuttige functie vervullen. En ten vierde een netwerk opzetten van
'veldwerkers', die de kinderen thuis moeten gaan
begeleiden." Het Lilianefonds zal actief gaan helpen en een
deel van de benodigde gelden is ook al binnen. "Ik vertrek
in april, ook als het financieel niet helemaal rond komt",
aldus een vastberaden Antoinette. "Een werkvergunning heb ik
nog niet. Als ik die niet kan krijgen, ga ik wel op een
toeristenvisum, dat is een half jaar geldig. Voor een nieuw visum
zal ik dan af en toe naar India moeten en weer terug. M'n fiets
moet dus mee."
Raph de Rooy
Als u Antoinette's initiatief financieel wilt steunen, kunt u een gift overmaken op gironummer 1910 van het Lilianefonds in Vlijmen, onder vermelding van 'project Bangla Desh'.